skip to main |
skip to sidebar
Morgen vervolgen we onze reis naar het eiland Pulau Ay. Er is op het eiland geen zoetwater bron, er is nagenoeg geen elektriciteit en al helemaal geen internet. We zullen dus waarschijnlijk een weekje uit de lucht zijn.
We kunnen onze trouwe volgers natuurlijk niet de kerstdagen in sturen zonder kerstblog. Alleen is het op een moslim-eiland lastig kerstfoto’s maken. We kwamen niet verder dan, met het oog op de kleur van Jacob, een flauwe woordgrap over een witte kerst.
Of wat dacht u van deze: in Nederland schuiven jullie wellicht aan voor een diner met kalkoen, maar hier zijn ze meer aan Kakkentoe. Anyway, wij wensen jullie een zalige witte kerst en (een) zeer smakelijk(e) kerstdiner(s).
Abba, de eigenaar van Mutiara Guesthouse was verheugd om te horen dat zijn heerlijke (t)huis is genoemd op ons weblog. Maar hij was ook commercieel genoeg om te vragen of we niet even zijn website of telefoonnummer kunnen toevoegen indien er iemand via onze blog een verblijf wenst te boeken.
En of we dan ook gelijk een foto kunnen plaatsen van het heerlijke buffet dat zijn vrouw dagelijks bereidt voor de gasten. U roept en wij draaien. Gisteren stond er trouwens op het menu: barracuda van de bbq, Indiase tonijn curry, tomatensallade, Thaise kangkung, tempe en tahu sambal goreng en gado-gado.
Abba vertelde ons van een meerjaren project waarme hij bezig is. Stap voor stap bouwt hij een nieuw, groter guesthouse in koloniale stijl. We weten zeker dat het een succes gaat worden, want de details zijn nu al prachtig, zoals dit VOC hek dat Abba speciaal in Java heeft laten maken.
We hebben tijdens onze omzwervingen al heel wat vreemde vogels uit het Grote Dierenbos in real life mogen aanschouwen. We zagen, zowel op het droge als in het oneindige blauw, de raarste creaturen. Maar nu we erover nadenken, hebben we tot nu toe relatief weinig bijzondere Avifauna bewondert.
Vogels dus. Dit, wellicht wat lastig als zodanig te herkennen exemplaar, is de huispapegaai van Mutiara Guesthouse. Shu heeft hem zijn nek niet omgedraaid, maar krabbelt hem, tot zijn grote genoegen, in zijn kippennekkie.
De narigheid met die papegaaien is dat ze, nagenoeg zonder uitzondering, volledig zijn verpest door hun piraten-eigenaars. Zodra je uitgekrabbeld bent en je hielen ligt, brengen ze hun snode plannen in uitvoering.
Urib, de papegaai in kwestie, is geen uitzondering. Als je hem je rug toekeert, dan ritst hij je tassie open en gaat hij er in een mum van tijd vandoor met de inhoud van je portemonnee.
En wee je gebeente – of je zondagse broek – als je er iets van zegt. Na Shu’s reprimande bespetterde Urib, met een welgemikt schot en zijn hatelijkste en luidste lach krijsend, mejuffrouw Cheung’s linker bovenbeen.
Die zwarte kuif die doorloopt tot onder de ogen heeft wel wat weg van een bivakmuts, dus we hadden het kunnen weten. Wij hebben onze les geleerd en houden het in het vervolg maar gewoon weer bij vissies en aapies.