zondag 25 december 2011

Mandarijnentijd

Ongetwijfeld voert de kleur oranje op dit moment de boventoon op de groenteafdeling van uw plaatselijke Appie. Het is weer kerst en dat betekent: mandarijnentijd. Op sommige plekken in Azië is het elke dag mandarijnentijd, en wel exact om 17:30 uur.We hebben het echter niet over de vrucht, maar over een schuw visje dat tegen zonsondergang uit zijn schuilplaats tussen de rotsen komt: de Mandarin fish.De naam van deze gekleurde jongen verwijst naar de Chinese Qing dynastie. De toenmalige machthebbers worden Mandarijnen genoemd. De keizers uit de Qing dynastie droegen gewaden met prachtige patronen die overeenkomen met de tekening van het visje.Het is een waar drama om deze rakker te fotograferen, want zodra je dichtbij komt, is hij er vandoor. Hij doorziet al je benaderingstactieken en dat terwijl hij toch meer aan zijn hoofd heeft.Iedere dag bij zonsondergang gaan de jongens namelijk op zoek naar de meisjes om het paringsritueel te voltrekken. De concurrentie is groot en gewillige dames zijn dun gezaaid, dus je kan het hem ook weer niet kwalijk nemen dat hij niet even rustig stil gaat zitten glimlachen naar het vogeltje.

Nootmuskaat en kenari

Om op Pulau Ay bij de mooiste snorkelplekjes te komen, moet je eerst door een stel plantages ploeteren. Je vindt er casave, ananas, banaan en kokos, alsmede de twee belangrijkste gewassen van de Spijseilanden: nootmuskaat en kenari noten – een soort amandelen.De nootmuskaatbomen – de donkere bomen met gladde, rechte stammen – gedijen zeer goed in de schaduw van de kenarisbomen – de brede jongens met grillige stammen.Het blijft toch fascinerend hoe een boom tot zoiets groots kan groeien.Ed slalomde met een vastberaden tred [lees: als een bezetene] tussen de woudreuzen door, maar moest weldra bekennen dat hij de weg kwijt was.Maar als je bij het zoeken naar het juiste pad door de bomen het bos niet meer ziet, dan kijk je gewoon naar de grond. Overal zijn er hoopjes schillen van de nootmuskaatvruchten te vinden.In het geval je écht helemaal het spoor bijster bent, dan kun je deze twee ijverige verzamelaartjes vragen de weg in het grote bos te wijzen.Het goud ligt overal in het bos voor het oprapen en iedereen op het eiland mag de oogst verzamelen. Door het hele dorp zie je dus hoopjes vruchten die liggen te drogen in de tropische zon. Het recht om de gedroogde kenaris en nootmuskaat buiten het eiland te verkopen is echter alleen voorbehouden aan de chief van Ay.

Pulau Ay

Daar zijn we weer. Terug van ons verlaten eiland aan het eind van de wereld. Want zo voelt het wel een beetje. We dachten wat langer op Pulau Ay te vertoeven, maar geheel verstoten zijn van contact met de buitenwereld – er is zelfs geen mobiel telefoonverkeer mogelijk – is wat veel van het goede.Zoek het op in je Bosatlas en je vindt de Banda-eilanden ergens midden in een groot stuk blauw. Daar komt af en toe een boot langs en zo nu en dan landt er een vliegtuigje. Na nog wat extra vaartijd vanaf haven of vliegveld bereik je de pier van het afgelegen Banda-eiland Ay.Als er een fikse wind staat, zoals de afgelopen dagen, dan gaat er geen boot. Dan moet je het zien te redden met de 1.504 bewoners van het eiland.Maar de mensen zijn gastvrij en zeker Youssef en zijn vrouw, de uitbaters van Ardy Guest House, volharden in hun pogingen om je het naar de zin te maken.De restanten van het oude fort ‘Revenge’ herinneren aan de disputen tussen de koloniale grootmachten Nederland en Engeland. Helaas heeft ook dit Specerijeiland een geschiedenis die onder de bloedspatten zit.Vroeger werd er binnen de muren van het fort flink gehakt en gekliefd door speciaal ingehuurde Japanse Samoerai beulen. Tegenwoordig wordt de grond gebruikt voor een minder destructieve activiteit: er wordt maïs verbouwd.Het enige bloed dat nu nog vloeit is dat van de familie Muis. Youssef toont ons trots zijn muizenval [kunt u zich deze nog herinneren?]. Een plankje met sterke lijm in een cirkel rond etenswaar. Yep, de meesten leefden nog en spartelden voor hun vrijheid, maar het muizenmoordwapen in Youssef’s rechterhand biedt weinig hoop voor dit octet.Ter afsluiting een onbelangrijke, maar grappige karakteristiek van Ay. Ons viel op dat Ay wordt bevolkt door een enorme hoeveelheid kuikens. We wisten dat de vulkanische grond van het eiland vruchtbaar is, maar dat het ook een uitwerking heeft op de kippenfokkerij was nieuws voor ons.

dinsdag 20 december 2011

Fijne kerst

Morgen vervolgen we onze reis naar het eiland Pulau Ay. Er is op het eiland geen zoetwater bron, er is nagenoeg geen elektriciteit en al helemaal geen internet. We zullen dus waarschijnlijk een weekje uit de lucht zijn.We kunnen onze trouwe volgers natuurlijk niet de kerstdagen in sturen zonder kerstblog. Alleen is het op een moslim-eiland lastig kerstfoto’s maken. We kwamen niet verder dan, met het oog op de kleur van Jacob, een flauwe woordgrap over een witte kerst.Of wat dacht u van deze: in Nederland schuiven jullie wellicht aan voor een diner met kalkoen, maar hier zijn ze meer aan Kakkentoe. Anyway, wij wensen jullie een zalige witte kerst en (een) zeer smakelijk(e) kerstdiner(s).

Nggapulu

Voor de gemiddelde eilandbewoner van Pulau Neira is bijna elke dag hetzelfde. Hij staat vroeg op, gaat naar de markt, wast kleding, kookt, eet en slaapt. Maar eens in de twee weken wordt het slaperige eilandleven opgeschud door een spannende gebeurtenis; de aankomst van een PELNI vracht- en passagiesschip.U denkt dat Sinterklaas in Spanje woont? Nou, wij weten beter en zingen uit volle borst: 'Zie ginds komt de stoomboot uit Ambon weer aan'.Wat een gevaarte. De boot past nét niet helemaal op de foto.Op en rondom de kade is het een drukte van jewelste. Van alle kanten wordt geholpen om het schip aan te meren.De loopbrug, waar straks een paar duizend beslipperde voeten overheen denderen, wordt haastig in gereedheid gebracht.Vanaf de achterkant van het enorme schip worden er nog eens twee stevige jongens naar de kant geslingerd.Dít zijn ze. De derde staat ernaast.We zijn blij dat we in onze drukke agenda een gaatje hebben kunnen vrijmaken om dit spektakel te aanschouwen.Wanneer de Nggapulu in de haven ligt, viert de economie van Bandaneira hoogtij. De marktvrouwen komen handen te kort om de passagiers te voorzien van etenswaar en locale snuisterijen.

Naschrift Mutiara

Abba, de eigenaar van Mutiara Guesthouse was verheugd om te horen dat zijn heerlijke (t)huis is genoemd op ons weblog. Maar hij was ook commercieel genoeg om te vragen of we niet even zijn website of telefoonnummer kunnen toevoegen indien er iemand via onze blog een verblijf wenst te boeken.
En of we dan ook gelijk een foto kunnen plaatsen van het heerlijke buffet dat zijn vrouw dagelijks bereidt voor de gasten. U roept en wij draaien. Gisteren stond er trouwens op het menu: barracuda van de bbq, Indiase tonijn curry, tomatensallade, Thaise kangkung, tempe en tahu sambal goreng en gado-gado.Abba vertelde ons van een meerjaren project waarme hij bezig is. Stap voor stap bouwt hij een nieuw, groter guesthouse in koloniale stijl. We weten zeker dat het een succes gaat worden, want de details zijn nu al prachtig, zoals dit VOC hek dat Abba speciaal in Java heeft laten maken.

De Banda eilanden

We zijn op de Banda eilanden. Hier is het kolonialisme uitgevonden en hier ontstond de eerste multinational ter wereld: de Verenigde Oost-Indische Compagnie; juist, Jan-Peter Balkenende’s geliefde VOC.De nootmuskaat is een inheemse vrucht van Banda. In de 16e en 17e eeuw was dit vruchtje zijn gewicht in goud waard. Hier groeide het goud aan de bomen. Dat ging lang goed met Arabische en Chinese handelaars, maar de ellende begon allemaal met de Portugezen die in de 16e eeuw nét effe te horkerig handel dreven met de Bandanese bevolking.Vanaf 1599 deden de Nederlanders daar nog even een schepje bovenop. Die withuiden richtten de VOC op en claimden een monopolie op de nootmuskaathandel van de eilandbewoners. Vriendelijk glimlachend stemden de lokale wijze heren in; ze verwachtten dat het allemaal wel zou overwaaien met die gekke Belanda.Jaren later kwamen de Hollanders terug en ze waren not amused toen bleek dat de Engelsen handeldreven met de Banda eilanden Pulau Run en Pulau Ay.De Nederlanders en de Engelsen speelden een tijd lang een kat en muis spelletje over de handelsrechten en verjoegen elkaar met kanonschoten vanaf grote schepen en forten.Totdat gouverneur Jan Pieterszoon Coen in 1621 op geheel eigen wijze orde op zaken kwam stellen. Hij volbracht een genocide op Banda – slechts een klein aantal eilandbewoners kon vluchten naar de Kei eilanden. De rest werd afgeslacht.De eilanden werden door de VOC herbevolkt met Perkeniers en gratis slaven. Zou Balkenende op dergelijk gedrag hebben gedoeld toen hij in een debat pleitte voor meer hebzucht VOC-mentaliteit?Benteng (red: fort) Belgica, waarvan u bovenstaand de foto’s hebt gezien, is één van de vele overblijfselen van de Nederlandse overheersing. Er zijn hier overal (grotendeels vervallen) prachtige oude Nederlandse villa’s te vinden, alsmede een school, een gevangenis en het paleis van de gouverneur. We pleiten voor een Nederlandse investering ter restauratie van al dat moois.

maandag 19 december 2011

Papegaai Urib

We hebben tijdens onze omzwervingen al heel wat vreemde vogels uit het Grote Dierenbos in real life mogen aanschouwen. We zagen, zowel op het droge als in het oneindige blauw, de raarste creaturen. Maar nu we erover nadenken, hebben we tot nu toe relatief weinig bijzondere Avifauna bewondert.Vogels dus. Dit, wellicht wat lastig als zodanig te herkennen exemplaar, is de huispapegaai van Mutiara Guesthouse. Shu heeft hem zijn nek niet omgedraaid, maar krabbelt hem, tot zijn grote genoegen, in zijn kippennekkie.De narigheid met die papegaaien is dat ze, nagenoeg zonder uitzondering, volledig zijn verpest door hun piraten-eigenaars. Zodra je uitgekrabbeld bent en je hielen ligt, brengen ze hun snode plannen in uitvoering.Urib, de papegaai in kwestie, is geen uitzondering. Als je hem je rug toekeert, dan ritst hij je tassie open en gaat hij er in een mum van tijd vandoor met de inhoud van je portemonnee.En wee je gebeente – of je zondagse broek – als je er iets van zegt. Na Shu’s reprimande bespetterde Urib, met een welgemikt schot en zijn hatelijkste en luidste lach krijsend, mejuffrouw Cheung’s linker bovenbeen.Die zwarte kuif die doorloopt tot onder de ogen heeft wel wat weg van een bivakmuts, dus we hadden het kunnen weten. Wij hebben onze les geleerd en houden het in het vervolg maar gewoon weer bij vissies en aapies.

Mutiara Guesthouse

In Ameth kregen we van een Zwitsers gezin een accomodatie-tip voor het eiland Banda Neira: Mutiara Guesthouse. Vanuit Kota Ambon belden we met de eigenaar Rizal, beter bekend als Abba, en verwittigde hem van onze komst naar de historische Spijseilanden.Abba stond ons bij het miniatuur vliegveldje van Banda Neira op te wachten en bracht ons naar zijn onderkomen.Mutiara Guesthouse bleek een schitterend gerenoveerde woning uit de koloniale; een welkome afwisseling van de welhaast onontkoombare Zuidoost-Aziatische verlopen stinkkamer met hurktoilet.In de voortuin staan ligstoelen en zijn er gezellige zitjes rondom de Jambuboom.De ontvangstkamer is voorzien van een zeer riante sofa en drie fauteuils.In de ruimte achter de voorkamer – waar de vier gastenkamers te vinden zijn – is antiek servies, porselein en glaswerk tentoongesteld en kan men gebruik maken van één van de zeer schaarse internet-verbindingen van het eiland.Aan deze grote tafel in de buitenkamer wordt iedere avond het beste Banda-buffet opgediend. Onder leiding van Abba’s echtgenote Dilla worden gerechten bereid met de meest voortreffelijke ingrediënten en heerlijk geurende kruiden.In de achtertuin van het guesthouse staan twee nootmuskaatbomen. Zo ziet de vrucht er van veraf uit.Zodra de vrucht opengebarsten is, is hij rijp genoeg om te plukken. Het gaat om de pit en om precies te zijn: de kern van de pit. Van de rest van de vrucht wordt hier heerlijke nootmuskaat-jam gemaakt. Zeg nou zelf: voor de gemiddelde koloniaal moet dit toch ook een fijn thuiskomen zijn geweest?